Ad Verbrugge in De Telegraaf: “offer jongeren miskend”

Op woensdag 14 oktober verscheen er in De Telegraaf een interview met Ad Verbrugge over de coronacrisis.

Hoe zal onze samenleving eruit gaan zien nu het ‘nieuwe normaal’ veel langer dreigt te gaan duren dan we hoopten? Filosoof Ad Verbrugge maakt zich zorgen: ,,Er zijn twee pandemieën: het virus en de angst voor het virus.”

Lees hier verder

Emanuel Rutten analyseert de eerste coronatoespraak van Rutte (DNW)

Marlies Dekkers in gesprek met filosoof en wiskundige Emanuel Rutten over de eerste coronatoespraak van Rutte. “Dit is een goed voorbeeld van een speech die echt heel doordacht is, maar die in het uitspreken toch naturel overkomt.”

Rutten analyseert de eerste coronatoespraak van Rutte stap voor stap. “Hij begint niet met een verhaal wat de regering gaat doen, hij verplaatst zich helemaal in het publiek.” Zo maakt hij verbinding met het publiek en voelt de kijker zich aangesproken. Rutten roemt Ruttes concrete en aanschouwelijke taalgebruik en de beweging die hij gebruikt in uitdrukking als ‘de ontwikkelingen volgen elkaar in razend tempo op. Zowel het ethos-, pathos- en logoselement komt goed uit de verf. Rutten: “Dit is een goed voorbeeld van een speech die echt heel doordacht is, maar die in het uitspreken toch naturel overkomt.”

Beluister wat hier wat hij verder te melden heeft:

‘Mondkapje? Dat bepaal ik zelf wel’ (NRC)

Waarom willen Nederlanders maar niet aan het mondkapje? Individualisme en anti-autoritair denken zitten diep ingebakken in onze cultuur, zegt onder andere Gabriël van den Brink en wat andere deskundigen in een artikel van de NRC

Enkele citaten uit het artikel:

Individualisme en anti-autoritair denken zitten diep ingebakken in onze cultuur, zeggen deskundigen. ,,De houding van ‘dat bepaal ik zelf wel’ is heel Hollands”, zegt socioloog Gabriël van den Brink. ,,Nederlanders vinden: in het leven bepaal je je eigen koers, in principe heb je niets te maken met anderen – en dat vieren wij.”

Er wordt in Nederland amper gediscussieerd over het gevaar van het virus, zegt Van den Brink. ,,Het gaat vooral over: deugt het beleid van de overheid, valt het te handhaven, is er rekening gehouden met mijn belangen? Alsof je aan het onderhandelen bent met je werkgever.”

De overheid heeft de coronacrisis in eerste instantie goed aangepakt, vindt Van den Brink, maar is daarna gaan ,,zwabberen”. Als liberaal hanteert premier Rutte het principe: je bent beschaafd en je houdt je aan de richtlijnen. Maar dat is een ,,overschatting” gebleken van de burger, vindt hij.

Tijd voor morele maat: we schieten door in puritanisme.

Jelle van Baardewijk in gesprek met hoogleraar filosofie Gabriël van den Brink. “Wij schieten in de puriteinse richting door.”

Bekijk het gesprek op het gesprekskanaal van De Nieuwe Wereld.

Lang speelden morele kwesties zelden een rol in het openbare leven, zo vertelt Van den Brink. “Dat was het neoliberale tijdperk. De moraal was: we zijn van de kerk, het geloof en ook de politiek en de familie af. Dus we bepalen zelf wat goed en kwaad is.” Het leven als individuele aangelegenheid. “Tot 2004, 2005 ging dat liberale verhaal gewoon door. Maar op een zeker moment is dat omgeslagen.” Sinds enkele jaren leven we derhalve in een samenleving waarin sprake is van, zoals Van den Brink het noemt, ‘normatieve ophoging’. We stellen steeds hogere morele eisen aan onszelf en aan anderen.

Van den Brink plaatst deze ontwikkeling in een breder perspectief. Hij heeft jarenlang onderzoek gedaan naar hoe moraliteit functioneert in het gewone leven en hij laat zich daarbij ook informeren door gedragswetenschappen en biologie. “Moraal is niet een kwestie van redeneren, maar van aanvoelen hoe het met anderen is. Dat hebben we met de dieren gemeen.” Maar er is ook een verschil. Naast het dierlijke worden wij tevens gevormd door het leven in stammen van de jagers-verzamelaars en de beschavingen zoals deze in het eerste millennium voor onze jaartelling opkwamen. De kern van deze beschavingen? “Temper je ego en breng compassie op [..] dat brengt verplichtingen met zich mee op gedragsniveau.”

Met dit schema kijkt Van den Brink naar wat er nu maatschappelijk gebeurt. Want zo lang de andere morele lagen gecultiveerd worden, dan kun je je vrijheden permitteren. “Het probleem van het liberalisme is dat men wel spreekt van de vrijheden, maar niet over het onderhoud van de morele normen.” Dit heeft volgens Van den Brink geleid tot twee aan elkaar geopponeerde houdingen: aan de ene kant de “realisten” die zeggen dat moraal geen enkele publieke rol speelt, en aan de andere kant de mensen met grote morele verontwaardiging.

De opkomst van een nieuw moralisme heeft volgens Van den Brink ook te maken met onze ‘global village’. De wereld is complex en om je daarbinnen te oriëntatien deel je de boel in in ‘fout’ en ‘goed’. “En zo zijn we terug bij een stammenmaatschappij, de jagers-verzamelaars die voor zichzelf wisten wat goed en kwaad was, en het kwaad was altijd bij de anderen.” Dat gaat volgens Van den Brink ook gepaard met een gigantische toename van sentimentaliteit en een slachtoffercultuur. “Het moralisme is aan de ene kant agressief – het zijn de anderen die niet deugen – maar het is ook heel sentimenteel, namelijk: het slachtoffer heeft altijd gelijk.”

Dat creëert allerlei problemen. Van den Brink: “Wij schieten in de puriteinse richting door. De normen zijn hoog en we willen dat iedereen daaraan beantwoordt.” Dat geeft in wezen blijk van een kindse levenshouding. Het leven is ambivalent; afschaffing van moraal of een nieuwe dogmatiek is daarop geen antwoord. “Volwassen leven betekent niet alleen dat je de spanning in jezelf herkent, maar ook dat je hebt geleerd hoe je dat moet middelen. Waarom hebben we nu zoveel verontwaardiging? Omdat veel mensen die volwassen taak ontwijken of nooit geleerd hebben.”

250 jaar Hegel: verzoening individu en gemeenschap

Het is vandaag 250 jaar geleden dat Hegel ter aarde kwam en voor die gelegenheid bieden we een fragment uit het boek Het Goede Leven en de Vrije Markt aan. Over Hegel staat in het kader het volgende vermeld: “Georg Wilhelm Friedrich Hegel (1770 – 1831) behoort tot het zogenaamde Duitse idealisme, een stroming die de ontwikkeling van menselijke ideeën in de geschiedenis analyseert. Hegel verdiept dit tot een fundamentele ontologie waarin de werkelijkheid gezien wordt als de ‘Geest’, die zich door tegenstellingen heen ontvouwt. Beroemd is zijn ‘dialectische’ schema van these, antithese en synthese. Zijn hoofdwerk is de Phänomenologie des Geistes (1807). Zijn politieke filosofie werkte hij uit in de Grundlinien der Philosophie des Rechts (1821). In zijn laatste jaren gaf hij in Berlijn veel colleges over filosofie van de geschiedenis.”

Lees hier (PDF) het hoofdstuk Hegel: de verzoening tussen individu en gemeenschap uit dit boek van Ad Verbrugge, Govert Buijs en Jelle van Baardewijk. Schaf het hele boek hier aan.

Ad Verbrugge: ‘Maat houden is de kunst in tijden van corona’

In het tijdschrift Christen Democratische Verkenningen heeft Ad Verbrugge een artikel geschreven over de coronacrisis: ‘Maat houden is de kunst in tijden van corona’.

“Bij gebrek aan praktische wijsheid leveren we ons steeds meer uit aan een technologische beheersingsdrang van een titanische omvang die onze eindigheid miskent en onze menselijke waardigheid op het spel zet. De technologische wil tot indamming en beheersing van gevaarlijke besmettingen verliest zo zijn maat en ziet niet meer de eenzijdigheid van zijn eigen perspectief.”

Lees het volledige stuk hier terug.