De oorlog is terug in Europa. De Russische aanval op Oekraïne dwingt Europa de geopolitieke realiteit onder ogen te zien. Is de positie van Europa, met alle afhankelijkheden van de Verenigde Staten, China, Rusland en andere staten wel houdbaar? En hoe moeten Europa en de Europese Unie zichzelf geopolitiek positioneren?
In deze bundel aandacht voor de geopolitieke spanningen waar men in Europa al langer mee worstelt, maar waar we nu werkelijk mee worden geconfronteerd. De bijdragen gaan moeilijke thema’s niet uit de weg. Zo wordt er gesproken over territorium, macht en identiteit. Het zijn thema’s die lang buiten het denken en doen van de Europese bestuurskamers zijn gehouden, maar die hernieuwde aandacht behoeven.
Ontwaken uit de geopolitieke sluimer: De herpositionering van Europa in een woelige wereld bestaat uit bijdragen van Govert Buijs, Luuk van Middelaar, Frans-Paul van der Putten, Monika Sie Dhian Ho, Haroon Sheikh, Paul Scheffer, Paul Timmers, Eelke de Jong, Trineke Palm, René Cuperus en Paul Bosman.
Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw werd in veel westerse landen het liberale denken dominant. Ook in Nederland koos de overheid als het maar even kon voor deregulering, privatisering en marktwerking. Bovendien zette het Westen na het vallen van de Berlijnse Muur vol enthousiasme in op wereldwijde vrijhandel. Hoewel die agenda ontegenzeggelijk voordelen had, bracht ze ook problemen met zich mee, zoals een groeiende ongelijkheid tussen rijk en arm, de flexibilisering van de vaste baan, meer asociaal gedrag en een breed gedeeld gevoel dat de nationale gemeenschap erodeerde.
Een overtuigend antwoord vanuit de bestuurlijke elite ontbreekt vooralsnog. Zowel links als rechts van het politieke midden hield men aan een liberale denkwijze vast. Vroeg of laat moest een politicus van het bestaande onbehagen gaan profiteren. In maart 2019 was het zover. Hoewel de verkiezingsuitslag een golf van boze reacties losmaakte, hebben slechts weinigen een helder antwoord op de vraag wat er met de Nederlandse samenleving is gebeurd. Die vraag komt in dit boek op genuanceerde wijze aan bod, waarbij tevens duidelijk wordt in welke richting we de huidige problemen kunnen oplossen.
Ruim tweehonderd jaar geleden ontwikkelde de filosoof Kant een kennisleer op grond waarvan kennis over het transcendente onmogelijk is. Wij zouden alleen iets kunnen weten over wat in de zintuiglijke aanschouwing gegeven is. Sindsdien leven we welhaast in een post-Kantiaanse wereld. Kants kennisleer legde mede de basis voor het algemeen geaccepteerd raken van een positivistisch wereldbeeld. Filosoof Emanuel Rutten laat in dit boek zien dat Kant ernaast zat. Het betreft een van de vroegere teksten van de Amsterdamse filosoof. Volgens Rutten blijft Kant onterecht vasthouden aan het empiristische idee dat de mens niets kan weten over datgene wat niet in de zintuiglijke ervaring gegeven is. Rutten ontwikkkelt een allesomvattende alternatieve kennisleer op grond waarvan kennis over het transcendente voor ons weer mogelijk wordt. Zo wordt in onze tijd opnieuw ruimte gemaakt voor kennisclaims over God. Het is precies deze oorspronkelijke inclusieve ‘wereld voor ons’ kennisleer die aan de basis staat van veel van zijn latere wijsgerige werk. Naar verkoper.
Kanalen worden gegraven om nieuwe zeeverbindingen te maken, artificiële eilanden worden gecreëerd en landen concurreren om toegang tot de havens van eilandnaties en om nieuwe routes langs de smeltende Noordpool. Wat betekenen de verschuivende machtsverhoudingen op zee voor het politieke wereldtoneel?
In Hydropolitiek analyseert Haroon Sheikh de dynamiek op de wereldzeeën. Hij beschrijft de relatie tussen land- en zeemachten en tussen water en handel, en ook het innovatieve karakter van zeemachten. Hij heeft speciale aandacht voor de rol van Nederland en voor de veranderende verhouding tussen de VS, een traditionele zeemacht bij uitstek, en China, van oudsher een landmacht. Door historische patronen bloot te leggen, werpt Sheikh vanuit politiek, economisch en filosofisch perspectief licht op de nieuwe verbindingen én de scheidslijnen op het water.
Bekijk hier het gesprek van Haroon Sheikh en Ad Verbrugge over Hydropolitiek.
De economie is wellicht hét centrale voortbrengsel van homo sapiens. Govert Buijs wijst ons de weg naar ‘een economie van de vreugde’, een wereld waarin de economie de mens dient in plaats van andersom.
Waartoe is de economie op aarde? Waarom werken we zo hard? Zouden we niet gewoon toe kunnen met vijftien uur werk in de week, zoals Keynes ooit voorspelde? En waarom tellen we al dit gewerk dan ook nog eens bij elkaar op, zodat we één verzamelnaam kunnen gebruiken: ‘de economie’, waarmee het nu eens slecht kan gaan en dan weer goed, die kan groeien, krimpen, tot stilstand komen of juist floreren – en waar we dan ook nog voortdurend zorgen over hebben?
Inmiddels hebben we een economie die zo ongeveer het hele gelaat van de aarde bedekt, met overal bouwwerken, wegen, verontreinigde lucht en vervuilde zeeën. In dit aanstekelijk geschreven essay probeert Govert Buijs de vraag naar het waarom van die economie als product van menselijke activiteit te beantwoorden en een hoger doel te formuleren: een economie van de vreugde. Naar verkoper.
De vrije markt is overal: ze verspreidt zich over de hele wereld en haar rol in ons persoonlijke leven is groter dan ooit. Allerlei goederen en diensten zijn toegankelijk geworden voor steeds meer mensen en het mondiale welvaartsniveau was nooit eerder zo hoog. Toch dringt zich de laatste jaren ook de vraag op naar de schaduwkanten van de globaliserende markt. Wat gebeurt er met een samenleving als allerlei maatschappelijke sectoren steeds meer in termen van de markt worden uitgelegd? Wat doet het met de kwaliteit van onze relaties als mensen zichzelf en elkaar als homo economicus opvatten en zij zichzelf gaan begrijpen als producerende, consumerende en concurrerende individuen? Bovendien, kunnen we ons op de lange termijn wel een dergelijke economische bedrijvigheid veroorloven, bijvoorbeeld ten opzichte van de natuur? En welke rol speelt de moderne techniek in dit verband?
Met dergelijke vragen raken we aan de centrale thematiek van dit boek: brengt de vrije markt in haar huidige vorm het goede leven dichterbij of staat ze dit juist in de weg? En wat dienen we dan te verstaan onder ‘het goede leven’?
In gesprek met filosofen uit alle tijden – van Aristoteles tot Heidegger, van Kant tot Arendt en van Bentham tot Latour – én aan de hand van diverse films geven Verbrugge, Buijs en Van Baardewijk een prikkelend perspectief op de prangende vragen van vandaag. Ze ontwikkelen een filosofisch doordacht kader om de hedendaagse dynamiek van economie, technologie en cultuur te begrijpen en in goede banen te leiden. Naar verkoper.
In zijn denken richt Emanuel Rutten zich met name op de godsdienstfilosofie. Ruttens wijsgerige denken omvat echter veel meer onderwerpen. Van dit overige werk is tot dusver weinig gepubliceerd. Toen hij door uitgeverij Leesmagazijn werd benaderd om dit gemis ongedaan te maken, beweerde Rutten dat zijn totale wijsgerige oeuvre in feite onpubliceerbaar is. Daarvoor zou het inmiddels een te complex en veelvormig mozaïek zijn geworden. Op een mooie ochtend op een terras in Amsterdam Oud-West werd desalniettemin afgesproken een deel van dit overige filosofische werk uit te geven.
Deze uitgave is thematisch ruim opgezet. Het betreft een bundeling teksten over retorica, dialectiek en kenleer, het sublieme en het auratische, zingeving en zijnsdenken, speculatief realisme, betekenis en vrijheid, de vraag of de filosofie in haar bestaan wordt bedreigd, en liefde en lijden. We leren hierin een heel andere Rutten kennen dan de filosoof van de analytische filosofie en de metafysische godsargumenten. Deze kennismaking zal de lezer zeker niet ongemoeid laten. Ruttens teksten dagen uit, schuren en prikkelen. Ze hebben als doel de ziel van de lezer te bewegen. Naar verkoper
Klimaatverandering, populisme, kunstmatige intelligentie, #metoo, gentechnologie en internationale spanningen - het is duidelijk dat we in een turbulente tijd leven. Geen wonder dat velen zich opnieuw de klassieke vraag stellen: wat is de mens? In dit boek onderneemt Gabriël van den Brink een zoektocht naar de menselijke natuur. Hij probeert in kaart te brengen wat mensen, ondanks alle verschillen van economische, sociale, culturele of religieuze aard met elkaar gemeen hebben. Zijn leidraad is daarbij een evolutie die al twee miljoen jaar gaande is en die tot op heden doorwerkt. Deze geschiedenis valt in enkele hoofdfasen uiteen. We begonnen als primaten die op een gegeven moment rechtop liepen, leefden vervolgens lange tijd als jagers en verzamelaars, konden toen de vruchten plukken van de landbouw en brachten relatief recent een zekere beschaving voort. In elke fase voltrekt zich een dialectiek van geest en stof. Enerzijds zijn we steeds op voldoende voedsel, voortplanting en veiligheid gericht. Anderzijds ontstijgen we via verbeelding aan de grenzen van onze leefwereld. Zo ontstaat een 'alledaagse transcendentie' die in leren, spelen en geloven vorm krijgt. De neerslag van deze geschiedenis vinden we in waarden en beginselen die overal ter wereld voorkomen en die de basis voor een nieuw type dialoog zouden kunnen zijn. Al met al schetst dit boek de contouren van een rijker mensbeeld dat niet
alleen een alternatief vormt voor het bekende idee van de homo economicus maar ook voor het postmoderne idee dat het erkennen van onderlinge verschillen zou volstaan.
Nu verkrijgbaar. Als het gaat om de Nederlandse identiteit valt de publieke opinie in twee kampen uiteen. Volgens de ene kant wordt het eigene van Nederland door ontwikkelingen als globalisering of migratiestromen bedreigd. Aan de andere kant van het spectrum betwijfelt men of er überhaupt een Nederlandse identiteit bestaat. In het huidige, gepolariseerde landschap levert Centrum Ethòs met deze bundel een bijdrage aan het debat. Hoe houden eigenheid en diversiteit met elkaar verband? Hoe werkt het verleden van ons land door op onze verwachtingen van de toekomst? Over deze en andere urgentie vragen gaat 'Waartoe is Nederland op aarde?'.
De bundel is een verzameling van essays over de problematiek van de Nederlandse identiteit. In het slothoofdstuk wordt bovendien de blik naar de toekomst gericht en staat de vraag centraal: welke bijdrage kan Nederland in de komende periode aan de wereld leveren? Met bijdragen van o.a. Ad Verbrugge, Haroon Sheikh, Jelle van Baardewijk, Govert Buijs en Gabriël van de Brink. Naar verkoper
Nu verkrijgbaar. De global village staat onder druk. Om lokale gemeenschappen en hun tradities te beschermen, worden er wereldwijd muren opgetrokken, zowel echte als symbolische. In Turkije, Rusland en China lijkt kosmopolitisme het af te leggen tegen tradities zoals het Ottamanisme, Eurazianisme en Confucianisme.
In Embedding Technopolis geeft Haroon Sheikh inzicht in de complexe relatie tussen moderniteit en traditie. Van staatsgeleid kapitalisme in Oost Azië tot democratie in India en de Duitse industrie. Sheikh laat zien hoe oude tradities verrassend genoeg blijven voortbestaan in en versmelten met de moderniteit. Bovendien ontwikkelt hij een innovatieve methode van psychopolitiek om de logica van hoe samenlevingen omgaan met moderniteit te analyseren. Naar verkoper
Nu verkrijgbaar. Heeft het zin om kinderen van jongs af aan te leren programmeren? Verandert ons denken door het gebruik van computers? Wat zijn de schaduwkanten van computers in de collegezaal? Ad Verbrugge en Jelle van Baardewijk vroegen wetenschappers, intellectuelen en leraren hun mening over de zin en onzin van digitalisering in het onderwijs. In deze bundel komen zowel voor- als tegenstanders van digitale middelen in het onderwijs aan het woord. Al met al biedt het boek een fris tegengeluid tegen al de hoge verwachtingen die men van innovaties heeft. Aan de bundel werkten onder anderen mee: Sebastien Valkenberg, Diederik Boomsma, Johannes Visser, Theodore Dalrymple en Aleid Truijens. Naar verkoper
Onlangs verscheen een nieuw boek van Emanuel Rutten, getiteld "Overdenkingen". Hierin zijn een verzameling wijsgerige bijdragen van Rutten van de afgelopen jaren gebundeld die specifiek betrekking hebben op zijn denken over het christelijk geloof. Deze bijdragen handelen over de vraag naar de redelijkheid van het geloof in God, het lijden in de wereld, het persoonlijk christelijke leven, en meer in het algemeen over het christendom als wereldbeschouwing. Naar verkoper
De opkomst van het Oosten is een onorthodox boek over de geopolitieke verschuiving naar het oosten, bedoeld voor iedereen die de verhoudingen in onze hedendaagse, snel veranderende wereld wil begrijpen.
Overal om ons heen zien we een wereld in transitie: van de eurocrisis en de terugkeer van een machtig Rusland tot de onrust in het Midden-Oosten en de economische opkomst van China. Volgens Haroon Sheikh zijn het tekenen van het einde van het Atlantische tijdperk. Eeuwenlang lag het zwaartepunt van de wereld bij de westerse landen die de Atlantische Oceaan domineerden. Op dit moment verschuift de macht naar het Oosten.
In Duitsland, Oost-Europa, Rusland, Turkije, Iran en China onderzoekt Sheikh de economische en geopolitieke veranderingen die op de Euraziatische vlakte plaatsvinden. Oude tradities, rijken en handelsnetwerken als de Zijderoute worden in dit gebied nieuw leven ingeblazen. De opkomst van het Oosten is een studie naar de contouren van de nieuwe wereldorde, bedoeld voor iedereen die de verhoudingen in onze hedendaagse, snel veranderende wereld wil begrijpen. Naar verkoper
In Ontzuilde bezieling maken Govert Buijs en Jan Hoogland de balans op: hoe staat het heden ten dage met de civil society?
Van oudsher kent Nederland een sterke burgerlijke maatschappij. Vaak gemotiveerd door religieuze motieven en vanuit de geloofsgemeenschap droegen burgers bij aan de bloei van de samenleving. Uiteindelijk resulteerde deze ontwikkeling in ons land tot de welbekende zuilen. Maar hoe staat het aan het begin van de 21e eeuw met de civil society? Is er nog sprake vaan bezielende kracht die uitgaat van maarschappelijke organisaties? Zijn wij aan ons individualisme ten prooi gevallen of is er sprake van hernieuwde, nu ontzuilde, bezieling die bijdraagt aan nieuwe gemeenschapszin en een nieuwe, krachtige civil society, in een participatiesamenleving?
In de moderne samenleving zijn volop morele gezagsbronnen aanwezig. Politieke bestuurders onderbenutten deze echter stelselmatig vanwege machtskwesties en korte termijn belangen. Beleidsambtenaren en uitvoerende ambtenaren worden niet aangemoedigd om zich met publieke en professionele waarden actief bezig te houden, of worden zelfs tegengewerkt. Een levend en rijk ambtelijk statuut kan hen helpen om een betere plaats af te dwingen voor de morele bronnen voor publiek gezag. Dit essay bepleit invoering van een dergelijk kompas dat helpt de weg te wijzen naar duurzamer en gezaghebbender optreden van de overheid.
In de bundel Nuchtere betogen over religie schrijven diverse auteurs - waaronder Govert Buijs - over de relatie tussen religie en het publieke domein. Op welke manier heeft godsdienst invloed op de manier waarop wij samenleven?
Auteurs vanuit allerlei verschillende disciplines - van journalisten tot filosofen en van sociologen tot rechtsgeleerden - houden traditionele denkbeelden over de publieke rol van religie kritisch tegen het licht. In alle nuchterheid, met meer nadruk op de feiten dan op oordelen. Is geweld inherent aan godsdienst? Verhoudt religie zich slecht tot de gelijkheid van man en vrouw? Is de islam onverenigbaar met democratie? Zou het vrijwilligerswerk zonder de inzet van gelovigen inderdaad niets voorstellen? Deze en vele andere brandende kwesties komen aan bod.
De aanslag op vlucht MH17 boven Oekraïne in juli 2014 doet het denken over de democratische rechtsstaat op zijn grondvesten schudden. Zijn wij niet toe aan een grondige herbezinning op de uitgangspunten waarop het moderne, vrije Westen zijn samenlevingen baseert? Zijn onze ideeën over nationale soevereiniteit, oorlog en vrede, luchtveiligheid en de internationalisering en globalisering van handelsverkeer nog wel adequaat? Gabriël van den Brink stelt in Een ramp die Nederland veranderde deze vragen aan de orde.

Veel mensen denken dat het onlogisch of onredelijk is om in God te geloven. Dit boek van Emanuel Rutten en Jeroen de Ridder laat zien dat dat beeld achterhaald is. Het biedt een overzicht van de beste argumenten voor het bestaan van God, inclusief een aantal nieuwe argumenten die de laatste decennia in deze filosofische discussie naar voren zijn gekomen. Beknopt en glashelder, toegankelijk zowel voor niet filosofisch geschoolde lezers als voor vakmensen.

De universiteit staat ter discussie. Hoogleraren, docenten en studenten laten hun stem horen. De economisering wordt aan de kaak gesteld en de kritiek ten aanzien van de huidige publicatiecultuur groeit. Het wetenschappelijke en maatschappelijke nut ervan wordt betwijfeld - dat vindt inmiddels ook het bedrijfsleven. De nadruk op onderzoek en de enorme groei van het aantal studenten gaan bovendien ten koste van de kwaliteit van onderwijs. Academische vorming en vrijheid zijn in het geding!
Het is tijd de balans op te maken. Wat is er de afgelopen decennia gebeurd met de universiteit? Wat is er misgegaan en hoe kan het beter? Kortom: Waartoe is de universiteit op aarde?
Ad Verbrugge en Jelle van Baardewijk nodigden voor dit boek vele prominenten uit om zich over deze vragen te buigen. Naar verkoper



Politieagenten, verpleegkundigen, leraren en conducteurs hebben het in hun dagelijks optreden vaak moeilijk. Vroeger was gezag inherent aan de rol die zij vervulden. Dat is echter niet meer vanzelfsprekend. Hoe de publieke zaak nu nog te verdedigen? Hedendaagse gezagsdragers zien zich gesteld voor een tegenstrijdige ontwikkeling: terwijl hun gezag steeds minder vanzelf spreekt, lijkt gezagvol optreden meer dan ooit van hen verwacht te worden. Dat dingen mislopen of dat mensen zich niet aanpassen kan de samenleving slecht verdragen. En het zijn altijd de ‘professionals’ die daar iets aan moeten doen. Deze discrepantie moet nodig aan de orde worden gesteld. Gezagsdragers neemt hier het initiatief en komt bovendien met beleidsmatige oplossingen. Want de publieke zaak heeft gezagsdragers nodig die een verhaal hebben, in dat verhaal geloven en daarvoor staan.
Nederlanders zijn in de greep van toenemend egoïsme en verloedering - wordt vaak gezegd. Dit boek laat echter zien dat spirituele motieven, geestelijke waarden en morele beginselen nog altijd een voorname rol spelen. Veel professionals en gewone burgers streven hoge idealen na. Deze werken door in het maatschappelijk middenveld en in verwachtingen die we van de politiek hebben. Het probleem echter is dat politici en media een cynisch mensbeeld aanhangen, waardoor het bestaande idealisme wordt miskend en weggedrukt. De Lage Landen en het hogere: de betekenis van geestelijke beginselen in het moderne bestaan onderzoekt hoe Nederlanders hun geestelijk engagement vorm geven. Een van de conclusies is dat ze, vergeleken met andere landen, in dezen juist voorop lopen. Daarmee schept het niet alleen een ander beeld dan gebruikelijk; het biedt ook hoop aan allen die het gangbare cynisme afwijzen. Verder verwerpen de auteurs de veelgehoorde theorie dat het moderniseren van de samenleving onvermijdelijk tot een vorm van secularisatie leidt. In het slothoofdstuk pleiten ze voor het opnieuw uitvinden van de civil society; daarmee sluiten ze aan bij een pleidooi dat internationaal wordt uitgedragen door denkers als Charles Taylor, Jeffrey Alexander en Philip Blond. Dit is de wetenschappelijke editie van Eigentijds idealisme. Een afrekening met het cynisme in Nederland.
De Lage Landen en het Hoger is de vrucht van een uitgebreide studie van Gabriël van den Brink en anderen naar Nederlanders en het hogere.
Wie vluchtig de politiek en media volgt lijkt al snel te moeten concluderen: in Nederland woont een cynisch en egoïstisch volk. Spirituele motieven en hogere idealen lijken in onze samenleving nauwelijks nog een rol te spelen. Uit onderzoek 'De Lage Landen en het Hogere: De betekenis van geestelijke beginselen in het moderne bestaan' blijkt het tegendeel. Vergeleken met andere landen lopen Nederlanders juist voorop als het gaat om geestelijk engagement. Daarmee schept het niet alleen een ander beeld dan gebruikelijk; het biedt ook hoop aan allen die het gangbare cynisme afwijzen. Naar verkoper

Idealisme: een afrekening met het cynisme in Nederland laat Gabriël van den Brink zien hoe gewone Nederlanders met het hogere omgaan. Nederlanders worden steeds platter en egoïstischer - wordt vaak gezegd. Eigentijds idealisme laat zien dat veel mensen toch hoge idealen nastreven. Ze vinden spirituele motieven, geestelijke waarden en morele beginselen nog altijd belangrijk. Vanuit een cynisch mensbeeld miskennen politici en media het bestaande idealisme. Dit boek toont aan dat Nederlanders in het vormgeven aan hun geestelijk engagement vooroplopen. Een reeks portretten laat zien hoe gewone Nederlanders met het hogere omspringen. Gabriël van den Brink verwerpt in Eigentijds idealisme de theorie dat modernisering van de samenleving onvermijdelijk leidt tot een vorm van secularisatie en pleit voor het opnieuw uitvinden van de civil society. Daarmee sluit hij aan bij een internationaal pleidooi.
Het publieke belang staat tegenwoordig voorop, de persoonlijke betrokkenheid van beroepskrachten komt op de tweede plaats. Dit boek is de aanzet tot een alternatieve filosofie die aansluit bij de betrokkenheid en motivatie van professionals zelf. Ambtenaren, politieagenten, rechters, leraren, jeugdhulpverleners en andere professionals worden in toenemende mate behandeld als 'lege zielen'. Beroepstrots gaat juist uit van de beroepskrachten zelf. Belangrijke thema's in dit boek: de beroepstrots van professionals in de openbare sector, idealen als voorwaarde voor werken als professional en de omgang met toenemende bureaucratie en werkdruk.



Een portret van het Nederlandse gezinsleven. De auteur onderzoekt welke vormen van modernisering het gezinsleven de afgelopen dertig jaar heeft ondergaan. Tot welke gezinstypen heeft die modernisering geleid? Welke verschillen tussen deze gezinstypen zijn doorslaggevend en met welke sociale en economische kenmerken houden ze verband? Verder bespreekt hij de ontwikkelingen die zich in de toekomst zullen voordoen. Hecht de huidige generatie ouders aan nieuwe waarden en normen? Kunnen carri re en een hoog inkomen gecombineerd worden met een gezinsleven waarin het uitwisselen van gevoelens en ervaringen van groot belang worden geacht? Zal het goed of slecht gaan met de Nederlandse gezinnen? Met de beantwoording van deze vragen ontwaart de auteur de opkomst van een nieuw gezinsideaal in Nederland.
Regelmatig melden de media gevallen van vandalisme, verstoring van de openbare orde en mishandeling, soms zelfs met dodelijke afloop. Massaal bezochte 'stille tochten' tegen zinloos geweld getuigen van de grote maatschappelijke verontrusting die dit teweegbrengt. Agressief gedrag is aan de orde van de dag in het verkeer, op straat, in winkels en op scholen. Jongeren spelen daarin een belangrijke rol. In dit boek staat de vraag centraal of geweld onder jongeren toeneemt, waardoor dat komt en wat we eraan kunnen doen. De auteur kijkt hiernaar vanuit historisch, sociologisch en pedagogisch perspectief. Empirisch materiaal en theoretische perspectieven worden bij elkaar gebracht, zodat een samenhangende visie op agressief gedrag van jongeren ontstaat. De voorstellen die de auteur aandraagt om agressief gedrag van jongeren te voorkomen variëren van langetermijnoplossingen tot direct te treffen maatregelen; van het stimuleren van sociale betrokkenheid tot het spreiden van de sluitingstijden van discotheken en kroegen.
Bijna tweehonderd jaar na de uitkomst van Hegels hoofdwerk de Phänomenologie des Geistes blijft zijn denken onverminderd fascinerend. Zijn invloed op de geschiedenis van de filosofie is groot en strekt zich tot aan hedendaagse debatten, zoals rond Fukuyama's these over het einde van de geschiedenis. Deze bundel vormt een toegankelijke en gedegen inleiding in zijn denken, waarin de belangrijkste thema's van zijn werk aan bod komen: van zijn logica en natuurfilosofie tot aan zijn filosofie van staat, kunst en geschiedenis. Aan deze bundel werkten Nederlandse en Vlaamse Hegel-kenners mee, waaronder de vorig jaar overleden Nijmeegse hoogleraar Ludwig Heyde aan wie deze bundel is opgedragen.
Door sommigen aanbeden als de steen der wijzen, door anderen verafschuwd als toonbeeld van megalomanie en dilettantisme geldt Martin Heideggers Sein und Zeit nog steeds als een van de belangrijkste filosofische werken van de twintigste eeuw. De verwaarlozing van het zijnde is een integraal kritisch commentaar op Sein und Zeit, waarin Heideggers gedachtegang relatief toegankelijk wordt uiteengezet. De inzet van het commentaar is een systematische discussie met Heidegger, waarin de verschillende analyses in Sein und Zeit kritisch worden doorgelicht en hernomen. De kritiek die op Heidegger wordt ontwikkeld betreft centrale thema's als Heideggers methode van fenomenologie, zijn begrip van waarheid van de Griekse alétheia als onverborgenheid, de analyse van wereld, de idee van de eigenlijkheid, het zijn ten dode, het geweten en de tijdelijkheid. Bovendien wordt Heideggers deelname aan de nationaal-socialistische beweging opgehelderd vanuit de grondmotieven van Heideggers vroege denken. De verwaarlozing van het zijnde is een gedegen commentaar en naslagwerk dat het begrip van Sein und Zeit vergemakkelijkt.