Er heeft een afwaardering plaatsgevonden van het beroep leraar”, aldus Ton Bastings. In zijn publicatie ‘Meesters van papier’ onderzoekt Bastings, zelf leraar Nederlands in het middelbaar beroepsonderwijs (MBO), het veranderende imago van de leraar in de Nederlandse romanliteratuur. In gesprek met Ad Verbrugge legt Bastings uit waarom hij voor deze invalshoek heeft gekozen: “Het gaat om beeldvorming en de positie van de leraar in de klas en in de school.” “De leraar bestaat niet meer, het zijn nu coaches geworden.”
Met de intrede van de wet BIO (Beroepen in het Onderwijs) was er een kader geschapen waarbinnen je de leraar kon beoordelen in de klas. De eerste competentie was de interpersoonlijke competentie: “Dat wil zeggen dat de leraar een onderwijsleerklimaat schept waarin de leerling zijn eigen onderwijs vormt en inhoud geeft. Dus de leraar raakt buitenspel.”, aldus Bastings. Van de klassieke driehoek zoals deze bestond, leerling-leerstof-leraar, wordt de hoek van de leraar afgesneden. De leerling komt centraal te staan en de leraar voelt zich geen leraar meer. Het advies van Bastings? Zorg voor meer autonomie en minder bureaucratie voor de leraar. Toch vreest hij voor een nieuwe generatie van coaches voor de klas.