27 september Filosofie op de Zuidas met Arnoud Boot

Centrum Èthos | 13 september | Op donderdag 27 september is Professor Corporate Finance en Financiële Markten (UvA) en voorzitter van de Bankraad van De Nederlandse Bank Arnoud Boot te gast in De Nieuwe Poort in de reeks Filosofisch Gesprek op de Zuidas. Boot zal samen met de panelleden van Centrum Èthos verkennen hoe ons financieel stelsel er vandaag de dag voorstaat. Wat hebben we geleerd van de crisis? Welke nieuwe gevaren doen zich voor aan de horizon? Wat is de rol van het financieel systeem in deze tijd? De middag zal worden gepresenteerd door Paul van Liemp.

Let op: de bijeenkomst zal een half uur eerder beginnen dan gebruikelijk, om 16:00 uur! Kijk hier voor meer informatie en om je aan te melden.

Financialisering en het faustische levensgevoel

De studenten van de master Filosofie van cultuur en bestuur komen regelmatig bijeen in het Spenglerlab. Hier mengen ze kunst, cultuur, bestuur, economie, politiek, klimaat en filosofie met De ondergang van het Avondland. Lees hoe zij met elkaar of met Spengler zelf in dialoog gaan.

In deze bijdrage interviewen Sebastiaan Crul en David van Overbeek Spengler. Over het denken in termen van geld en de financialisering van onze samenleving.

Welkom terug, heer Spengler. In het vorige interview zijn wij tot de slotsom gekomen dat de economie begrepen dient te worden vanuit de inbedding in een bepaalde cultuur. Daarbij zijn een aantal fenomenen en begrippen voorbijgekomen. We hebben het gehad over het oersymbool van de cultuur, het faustische gelddenken en de civilisatiefase van onze cultuur. U gaf aan dat als wij de economie daadwerkelijk willen begrijpen, we de samenhang van de economie met alle aspecten van een cultuur onder de loep dienen te nemen. 

Ja, ik probeer de samenhang van de economie met andere domeinen zoals de politiek, cultuur en religie te begrijpen. Daarnaast is voor mij de tijd cruciaal; elke cultuur kent een aantal fases waarin de economie zich op een andere wijze uit. Ik ben een historisch denker. De economie van onze faustische cultuur bevindt zich in de laatste fase van cultuur. Het is de periode waarin de wereldstad opkomt en er in de cultuur een vormenverlies optreedt. Deze civilisatiefase kent haar eigen dynamiek waarin gelddenken en kapitaal een dominante rol gaan spelen. Dit gebeurt in onze civilisatie, maar heeft tevens plaatsgevonden in de cultuur van de oudheid, de Chinezen of Arabieren. Echter, doordat elke cultuur haar eigen oersymbool heeft, is de wijze waarop het gelddenken en kapitaal dominant worden telkens verschillend.

Wat betekent het denken in termen van geld?

Geld is in de civilisatiefase een categorie van het denken geworden, net zoals men een wiskundig, technisch of juridisch denken kan onderscheiden. Het gelddenken opent de wereld op een bepaalde manier, maar dekt deze wereld op andere wijze toe. Het gelddenken is niet van alle tijden, maar verschijnt pas in de cultuurfase van de stedelijke economie. In een gestaag veranderend principe van de markt zien we dit duidelijk naar voren komen. In de beginfase van een cultuur is de markt een trefpunt van boerenbelangen, ze komen hier met hun goederen. Met die goederen zijn ze tevens vergroeid; een boer kan zich bijvoorbeeld verbonden voelen met zijn vee. In latere cultuurfases wordt de markt een trefpunt van waren. De stad begint dan het platteland steeds meer aan zich te onderwerpen. Het is hier waar het gelddenken komt opzetten en dat de algemene waarde van goederen gaat bepalen. Hiermee wordt tevens een reductie in werking gezet: het gelddenken bevoorrecht het denken in termen van kwantiteit boven het denken in termen van kwaliteit. De gemiddelde econoom ziet hier een positieve beweging in. Het uitdrukken van waarde in een geldbedrag is een basale vooronderstelling van een vrijemarkteconomie. Het gaat mij er niet om deze omslag te bekritiseren of te bejubelen, maar te laten zien wat er precies gebeurt in het gelddenken, daar waar de econoom vaak aan voorbij gaat. Zoals wij de vorige keer hebben besproken, is de handelaar als de bemiddelende stand dominant in deze beweging. Vandaag de dag zouden we dit financiële intermediairs noemen. Het zijn onder andere de pensioenfondsen, vermogensbeheerders, banken en durfinvesteerders. In de civilisatiefase wordt het gelddenken maatgevend voor alle domeinen van het leven. We kennen dit ook wel als de financialisering van de samenleving, waar de afgelopen jaren veel kritiek op is geleverd. Maar wil deze kritiek zinvol zijn, dan moet men wel begrijpen wat dit precies behelst.

Hoe zit dit precies, deze financialisering van de samenleving?

Sinds de overgang van een keynesiaans economisch model naar het neoliberale model heeft de financialisering in de westerse samenleving om zich heen gegrepen. In de kern is zij een manier van denken dat erop gericht is financiële winsten te behalen. Financiële winsten zijn hoofdzakelijk anders dan productionele winsten in de zin dat ze niet voortkomen uit het creëren van een overwaarde, maar juist dat ze waarde uit onderliggende activa onttrekken. Een voorbeeld hiervan is de financieel specialist die zich niet alleen bezighoudt met de passiva van bedrijven (door leningen te verstrekken), maar zich nu ook richt op de activa (door deze op een nieuwe manier te gelde te maken). Zo structureert hij de eigendommen van een bedrijf op een dergelijke manier dat het dagelijks gebruik hiervan en de winsten die uit dit gebruik voortvloeien twee aparte stromen worden. Dit noemen we securitisatie, en de financieel specialist zal uitleggen dat het wordt gebruikt om financiële risico’s van bedrijven uit te spreiden en om aan te verdienen. Wat hij niet vertelt is dat deze splitsing het financieel huishouden van het bedrijf nog complexer maakt, en daarmee een verdere vervreemding van het primaire bedrijfsproces in gang zet. Deze manier van denken vinden we echter niet alleen bij grote bedrijven en banken. Ze heeft zich geëmancipeerd. Denk maar aan bedrijven als Airbnb of Uber die ditzelfde gelddenken commercialiseert: de gewone man kijkt naar zijn huis of auto en ziet opeens mogelijkheden om aan deze bezittingen geld te verdienen op een manier die hij eerst niet voorhanden had.

Het gelddenken is in onze tijd breed geworteld en geen van ons in de civilisatiefase wezensvreemd. Tegelijkertijd wordt dit gekoppeld aan een nieuwe hoopvolle beweging die bedrijven als Airbnb en Uber bezigen. Waar ik in dezen graag op wijs, is dat achter zowel traditionele financiële instellingen als disruptieve start-ups dezelfde denkwijze schuilgaat: een reductie van kwaliteit tot kwantiteit. In een huis wonen betekent bijvoorbeeld in onze tijd iets heel anders dan voorheen. De relatie met ons huis kende een zekere levendige onuitputtelijkheid: de woning als geaard middelpunt van iemands bestaan, waar het voltrekkende leven ten volle geschiedt. Met het om zich heen grijpen van het gelddenken raakt de woning ontworteld, dreigt wonen gereduceerd tot een financiële strategie. De oorspronkelijke kwaliteit wordt ingeruild voor kwantiteit. Het is wederom de faustische denkwijze om al het oneindige te willen doorkruisen en beheersen.

Maar komt het gelddenken dan niet gewoon voort uit onze keuze voor een economisch model?

Er schuilen veel complexiteiten in het gelddenken. Als rekenend denken is zij het meest verwant met de wiskunde. Maar getallen doden, verstarren het levende en blikken terug, terwijl nog steeds een groot deel van de huidige economische wetenschap er heilig van overtuigd is dat zij met diens methodes vooruit kunnen blikken. We zien bijvoorbeeld dat het CBS een prognose van 2% economische groei voorspelt, de ECB verwacht dat de markt voor leningen zal aantrekken en de overheid een groei aan belastinginkomsten raamt. Voorspellen is onlosmakelijk verbonden met de praktijk van de economie. Maar we weten inmiddels dondersgoed hoe lastig voorspellen is, met name op macro-economisch niveau. De risicomodellen voorafgaand aan de crisis zaten er volledig naast. De wortels van het probleem zitten naar mijn mening al in het miskennen van de spanning tussen het worden en het gewordene. Het gaat niet zozeer om het inzien van de feilbaarheid van de modellen (dat kan iedere econoom ons bijbrengen), maar om de spanning tussen het leven en de wereld – die hier altijd doorheen speelt – zo goed mogelijk bloot te leggen. Het gelddenken van de economie herneemt een waargenomen wereld. De manier waarop zij hetgewordene herneemt, verschilt van cultuur tot cultuur. Wij hebben hetgewordene eerder al gekarakteriseerd als het dode en het starre, als een systeem van wetten en causale betrekkingen dat getalsmatig en wiskundig te definiëren valt. De mens moet zich echter altijd afvragen of het de werkelijkheid is die ons dwingt haar geheimen wiskundig te ontrafelen, of dat wij de werkelijkheid dwingen om zich wiskundig aan ons te uiten.

U gaf zonet aan dat het gelddenken per cultuur een verschillende uitwerking heeft. Wij hebben het de vorige keer gehad over het faustische geldbegrip. Hierbij dienen wij de waarde te begrijpen als een functie. Het blijft alleen voor ons lastig te bevatten wat dit precies behelst.

Misschien kan ik het geldbegrip verhelderen aan de hand van een korte introductie van de ruimtelijkheid van een cultuur. Ik bedoel echter niet de mathematische ruimte van de uitgebreidheid, maar de dieptebeleving van een bepaalde cultuur. Een belangrijk gegeven is dat elke cultuur de ruimte op een andere manier ervaart en daardoor deze op een andere wijze zal organiseren. Met een cultuur is altijd een bepaalde ruimtelijkheid gegeven. Het gaat hier dus niet om de vaststelling dat een cultuur zich in de ruimte bevindt, maar dat zij naar haar aard ruimtelijk is. Het faustische levensgevoel zorgt ervoor dat de ruimte op een bepaalde wijze wordt ervaren en dit speelt door in ons gelddenken en de economische organisatie. Denk aan wat ik zojuist de overeenkomst tussen traditionele banken en zogenaamde nieuwe disruptieve technologiebedrijven noemde. De existentiële ruimtelijkheid van het gelddenken verwijst altijd naar de verhouding tussen de ziel van een cultuur en de wereld. Het gaat om de ruimte die we altijd al bewonen voordat wij haar eventueel in haar mathematische karakter beschrijven. Ze is dus pre-mathematisch en ook zeker al pre-economisch.

Het zinnebeeld voor deze dieptebeleving is in de faustische cultuur het ‘ik in de oneindig lege ruimte’. Dit heb ik de vorige keer gedefinieerd als het oersymbool, dat zorgt voor een organisatie van de ruimte en het speelt in alle domeinen van het leven door, waaronder in de economie. De ruimte is bij ons een dynamische en beweeglijke ruimte. Daarnaast kent onze cultuur een ongekend streven naar het oneindige; wij willen de ruimte doorkruisen en beheersen. In de natuurwetenschap vormen kracht en massa hierbij de centrale ordeningsprincipes, in de economische wetenschap zijn dit geldstromen en vermogens. Zoals ik al aangaf, zien wij deze dieptebeleving in alle domeinen van het leven. De economische ruimte wordt begrepen als een krachtenveld van spanningen. Ons economisch bestel kent een planetair karakter waarbij kapitaalstromen de gehele wereld in een oogwenk doorkruisen. De moderne techniek spant een web van financiële spinsels om de gehele wereld. Bij de faustische cultuur wordt de economische ruimte zo ingedeeld dat een handeling van een individu tot in de verste uithoeken van de wereld kan reiken. Op deze manier wordt de werking van de wil van een individu gemaximaliseerd en krijgt onze ruimtelijkheid een planetair karakter. De hand van Mario Draghi draait aan de renteknoppen, Zuckerberg bepaalt het facebookbeleid, en Trump plaatst dikke duimpjes bij zijn twitterkreten.

Op welke wijze zien we dit dan terug in het faustische geldbegrip?

Vanuit mijn begrip van de dieptebeleving en het oersymbool van een cultuur krijgen we ook beter grip op het faustisch geldbegrip. Ik zal proberen het concreter te maken met twee voorbeelden. Eerst een voorbeeld uit de wiskundige wereld. Bij de Grieken werd een punt begrepen als de abstractie van een lichaam; de punt als abstractie van statische en bestendige lichamen. In onze cultuur is de ruimte juist een menigvuldigheid van punten die samen relaties onderhouden. Het is vanuit deze ruimtelijkheid dat Descartes zijn coördinatenstelsel met de x- en y-assen uitvond en de functie centraal kwam te staan binnen de wiskunde. De functie is dynamisch en staat een oneindig aantal variaties toe in diens variabelen. Deze ruimtelijkheid zien we ook terug in het gelddenken van de economie. Het geld zelf is een verzamelpunt van allerlei relaties in functionele betrekkingen. Als Elon Musk morgen met een goed idee komt hangt er overmorgen een prijskaartje van een miljardje of wat aan. Is het plan dan overmorgen gerealiseerd? Nee, maar de functionele betrekking die het idee inneemt aangaande relevante factoren maakt dat het idee veel geld waard is. Diens werkzaamheid en slagkracht zijn hierbij fundamenteel voor de bepaling van de waarde. Elon Musk staat bekend als een uitzonderlijk ondernemer. Bovendien staat hij garant voor het feit dat er makkelijk kapitaal wordt aangetrokken, trekt hij werktalent aan, onderhoudt hij goede betrekkingen met Silicon Valley en de overheid, en geniet hij bekendheid. Al deze relaties zijn relevant voor ons waardebegrip. Een idee van Elon Musk staat niet op zichzelf maar is iets waard vanwege de positie die het inneemt binnen dit veld van betrekkingen. Daarnaast zit er iets van een belofte in, een vooruitgrijpen op de toekomst, een manier om de oneindige ruimte te doorkruisen. Geld wordt ervaren als een kracht om een grote groep mensen in beweging te brengen. Dit is voor ons zo vanzelfsprekend dat wij niet meer zien welke ruimtelijkheid en oersymbool erachter schuilgaat.

De faustische zijnswijze verheldert zodoende ons begrip van globalisering. Globalisering van markten is een uitdrukking van deze diepe behoefte om de wil van het individu te maximaliseren, zowel in ruimte als in tijd. Financialisering en securitisering zijn hier uitdrukkingen van pur sang. Aan de ene kant kunnen kapitaalstromen globaal over de wereld trekken om overal waar het netwerk uitgestrekt is haar slagkracht uit te delen. Aan de andere kant zien we dat de vrije, onbepaalde toekomst gekoloniseerd wordt door machtige actoren die haar binnen de sjablonen van financiële relaties persen. Het is de uiting van het faustische levensgevoel dat boven alles het andere dáár en dán in het eigen hier en nu brengen.

 

Studenten FCB over Spengler en onze economie

Leesspengler.nl | 29 januari 2018 | De studenten Filosofie van Cultuur en Bestuur Sebastiaan Crul en David van Overbeek hebben voor de website leesspengler.nl Spengler “geïnterviewd”. Bij monde van de Duitse cultuurfilosoof stellen ze dat enkel vanuit een wijds perspectief, vanuit de cultuur in z’n geheel, we een goed begrip van onze economie kunnen krijgen. “Wij moeten de economie begrijpen vanuit het zich voltrekkende leven […] We kunnen het huidige financiële landschap en de ontwikkelingen van de afgelopen decennia beter begrijpen als uiting van de ingetreden civilisatiefase van onze cultuur.”

Dat leidt tot een verontrustende, doch uiterst actuele analyse. “Dat de economie de politiek domineert werd onlangs weer pijnlijk duidelijk bij de afschaffing van de dividendbelasting onder druk van het grootkapitaal.”

Lees het stuk ‘Economen hebben zicht, filosofen hebben inzicht’ hier terug.

Bijwonen 21 mei: Voor de Ommekeer over Franse verkiezingen en de toekomst van Europa

Voor de Ommekeer | Na twee eerdere succesvolle bijeenkomsten vindt op zondagmiddag 21 mei in het FreedomLab te Amsterdam de volgende bijeenkomst van Voor de Ommekeer plaats. Mede naar aanleiding van de Franse presidentsverkiezingen willen we met elkaar en onze gasten nadenken over Frankrijk en de toekomst van Europa.

Inmiddels lijkt 40% van de Franse bevolking ernstig te twijfelen over de Europese Unie én de euro. Bovendien groeien Noord – en Zuid Europa (financieel-)economisch gezien steeds verder uiteen, met alle politieke spanningen van dien. Ook Jeroen Dijsselbloem kan er inmiddels over meepraten. In het geval van Frankrijk steekt zelfs een oud vijandig sentiment jegens Duitsland de kop op.

Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de toekomst van Frankrijk, Europa en de Europese Unie? Wat is er nodig om de sentimenten die leven onder grote delen van de bevolking in goede banen te leiden? Hoe dient Nederland zich in dit proces op te stellen? Moeten we ons meer op Duitsland richten of juist ook zorgen voor goede relaties met Frankrijk én Engeland, zeker na de Brexit.

De gasten met wie we deze thema’s willen verkennen zijn:
Kim Putters – directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en hoogleraar Beleid en sturing van de zorg aan de Erasmus Universiteit,
Anna Grebenchtchikova – Econometrist en Pension Fund Board Member,
Arend Jan Boekestijn – publicist, columnist bij Elsevier en historicus aan de Universiteit Utrecht. Met Rob de Wijk verzorgt hij wekelijks een radioprogramma over geopolitieke ontwikkelingen bij BNR.

Luister, denk en praat mee op zondagmiddag 21 mei in het FreedomLab te Amsterdam. Programma: 15.00 – 17.00uur, zaal open: 14.30 uur!

Wil jij ook aan de voorkant van het maatschappelijke debat staan over ‘de ommekeer’? Meld je dan aan voor dit evenement aan via event@voordeommekeer.nl. Max. 80 personen.

Symposium | Van ‘Ratrace’ naar ‘Relaties’; Markten in dienst van mensen

Op dinsdag 11 april vindt dit symposium van 13:30-17:00 plaats op de VU Amsterdam. Sprekers zijn onder meer: Nout Wellink, Jeroen Smit, Jaap Winter, Johan Graafland, Fieke van der Lecq en Govert Buijs. Er wordt afgesloten met een ‘Filosofisch Kwintet’ onder leiding van Clairy Polak en Ad Verbrugge.

Economische groei en vrije marktwerking lijken soms een doel op zich te zijn geworden. Menselijk welzijn is vaak ondergeschikt aan het behalen van rendement. Kan een morele heroriëntatie dit veranderen? Kunnen persoonlijke deugden zoals eerlijkheid en dienstbaarheid er voor zorgen dat markten in dienst komen te staan van mensen? Daarover gaat een nieuw onderzoeksproject over ‘moraliteit en markten’, gesponsord door de Templeton World Charity Foundation dat op dinsdag 11 april van start gaat met een symposium.

Voor de Ommekeer | The end of the world as we know it

Freedomlab Campus | 5 februari 2017 | Ad Verbrugge, Marlies Dekkers, Rob de Wijk, Harald Benink, Eelco Dubbeling, Paul van Liempt | De eerste bijeenkomst van het platform Voor de Ommekeer, onder leiding van initiatiefnemers Paul van Liempt en Ad Verbrugge. Deze middag gaan zij met vier gasten in gesprek over de huidige maatschappelijke, financieel-economische en geopolitieke uitdagingen, hoe we daar het beste op in kunnen spelen en welke rol technologie daarin kan hebben.

‘Waarom is geld steeds belangrijker geworden?’

Universiteit van Nederland | 30 november 2016 | Jelle van Baardewijk | Geld verhoogt je status, opent deuren en geeft je vrijheid. Toch? Jelle van Baardewijk (Vrije Universiteit) ontkent het belang van een gezonde bankrekening zeker niet. Wel doet hij een stapje terug en benadert het fenomeen ‘geld’ vanuit de filosofie. Want waarom is geld toch zo ontzettend belangrijk geworden? Het antwoord zit ‘m in onverwachte hoek: iets met een band plakken en vaker een rondje geven in de kroeg.

Brainwash festival 2016 | De komende crisis en daarna

Brainwash Festival | 15 oktober 2016 | Ad Verbrugge, Daan Borrel, Arnoud Boot, Govert Buijs, Nora Neuteboom | Op 29 oktober 1929 stortte de effectenbeurs van New York in elkaar en luidde daarmee een mondiale economische crisis in. We herleven dit moment in september 2008 wanneer een van de grootste banken in Amerika zijn faillissement bekend maakt. Na acht jaar matig herstel komt de vraag op of er niet alweer een volgende crisis aankomt. Kunnen we een volgende crisis wel aan? Welke ommekeer brengt het teweeg en hoe ziet ons economisch stelsel er daarna uit? Terugluisteren.